6. Mandel en Nieuwbrug

De Mandel

De Mandel stroomt van Roeselare, kilometers lang door Oostrozebeke, naar de Leie. In het verleden konden kleine platte schuiten op de Mandel varen, maar echt vervoer lukte niet (vooral door het wisselend niveau van het water).

De plannen van Gwijde van Dampierre, Vlaamse graaf rond 1300, om de Mandel te verbreden werden nooit uitgevoerd. Ook latere plannen om de handel te stimuleren door de Mandel uit te diepen en de bruggen te verhogen werden nooit gerealiseerd door verschillende redenen (adelijke eigenaars langs de Mandel maakten bezwaren, te weinig water in de zomer, overstromingen in de winter, oorlogsproblematiek, geldgebrek,...).

In 1862 werd door het gebrek aan degelijke scheepvaart in de streek een apart kanaal gegraven naast de "oude" Mandel, die zorgde voor de aansluiting met het kanaal Kortrijk-Bossuyt.

Decennia later en na veel overleg wordt er toch beslist om de traagvloeiende en zeer kronkelende Mandel recht te trekken en uit te baggeren. In 1970 komen deze plannen tot uitvoering. In de Mandelmeersen (achter de sporthal) en dicht bij de Nieuwbrug liggen nog resten van meanders, die na de laatste rechtstrekking van de Mandel achterbleven. En op meerdere plaatsen is, aan de helling van de aangrenzende percelen, te zien hoe breed het overstromingsgebied van de Mandel kon zijn.

Vlasindustrie

De Mandel was in het verleden, als zijrivier van de Leie, zeer belangrijk voor de vlasindustrie in de streek.

Er werd, vooral tussen 1850 en 1930, veel vlas dagenlang in de Mandel ondergedompeld (“geroot” is het juiste woord), om zo de vlasvezels los te weken uit de harde stengels. Dit bracht veel geurhinder en vervuiling mee. Er werd daarom overgeschakeld naar betonnen rootputten, waar dit proces veel sneller kon door het warme water dat gebruikt werd.

Roten

Er zijn 4 soorten roten:

  • dauwroten: het vlas wordt wekenlang op land opengespreid.
  • blauwroten:het vlas wordt in afgescheiden waterbassins (afgedamde beken of meanders) ondergedompeld. Dit gebeurde vooral tot 1820.
  • rivierroten: het vlas wordt in de rivier (Leie en Mandel) geroot.
  • in roterijen (met warm water, wat sneller gaat). Roterijen zijn herkenbaar aan de zware metalen deuren waarmee de waterbakken lekdicht kunnen afgesloten zijn. Er is veelal nog een schoorsteen te zien voor het vuur waarmee het water werd opgewarmd. Deze vorm van roten wordt vanaf 1930 veel gebruikt. Er zijn nu nog veel overblijfselen van roterijen te zien in onze streek.

Het rivierroten in de Mandel en de Leie gebeurde in met grote bakken die gevuld werden met vlas, waarop grote stenen gelegd worden om de bakken te laten zinken. Het rivierroten was zeer nadelig voor visbestand en gaf ook een sterke geurhinder. 

De Mandel heeft een laag debiet en in het traagstromende water wordt slib, ook door het vlasroten, niet afgevoerd. En vlassers plaatsten soms zelf schotten in de Mandel om voldoende water te hebben in de zomermaanden, wat dan obstructie en overstroming gaf in het dooiseizoen.

Keizer Karel V verbood daarom reeds in 1542 om vlas in Leie en Mandel te roten. Dit verbod wordt pas in 1820 opgeheven

Vlasindustrie

In de loop van de 19de eeuw wordt het Leievlas zeer populair bij Engelse kopers, wat leidt tot een verregaande mechanisatie van het productieproces en een aanzienlijke uitbreiding van deze nijverheid. Oostrozebeke plukt hier mee de vruchten van, wat te merken is aan de vele woonhuizen met vlasschuur langs de Ingelmunstersteenweg, Kalbergstraat en Dentergemstraat, dus dichtbij de Mandel. In de regio ontstaan een aantal grote leemplatenfabrieken (Unilin, Spano, Bospan) en weverijen (Orotex, Ter Molst, Seyntex, Beaulieu). Oorspronkelijk werden leemplaten gemaakt van “leem”, de houterige pulp van vlas.

Het traditionele dauwroten en roten in de Mandel wordt in de loop van de jaren 1930 vervangen door het warmwaterroten in betonnen roterijen. Ook hiervan zijn langs deze fietsroute nog een aantal voorbeelden te zien.

Ten gevolge van de concurrentie van synthetische vezels verliest de vlasindustrie vanaf 1955 aan belang. Zo zou de hoeveelheid verwerkt vlas tussen 1955 en 1960 met ruim 30% gedaald zijn.

Enkele weetjes

  • In de bevolkingstelling van 1961 vinden we 34 vlashandelaars.
  • Er waren in 1955 21 rootputten in Oostrozebeke.
  • Op de Ginste stond er, zeker tussen 1819 en 1850 een oliepersmolen, in de volksmond “t Stampkot” genoemd. Deze molen perste lijnzaadolie uit de zaadvruchten van vlas.

Nieuwbrug

De Nieuwbrug was eeuwenlang een heel belangrijke overgang over de Mandel. Deze brug werd in 1780 opnieuw in steen gebouwd en dankt daar haar naam aan.

Andere bruggen over de Mandel

Er zouden in 1865 4 bruggen van steen en 4 bruggen van hout over de Mandel hebben gelegen. Van aan de grens met Ingelmunster in het Westen naar de grens met Markegem in het Oosten waren dat:

  1. Wantebrug, aan café De Wante. Deze oude brug wordt, met de komst van de spoorweg en het kanaal afgebroken en verlegd.
  2. Waelbrug, op  de grens met Ingelmunster. Deze brug wordt in 1880 vernieuwd.
  3. Leenbrug, ter hoogte van cafe De Pauw. De weg Ooigem-Meulebeke gaat langs deze brug over de Mandel (vanaf 1764 in steen).
  4. Wansbrug, wandelbrug t.h.v. het huidige Orotex (later Lonckensbrug en Moortelsbrug genoemd). Met de aanleg van de Meulebekesteenweg in 1871 (nauwelijks 200 meter meer naar het oosten) werd deze brug overbodig. In 1891 spoelde ze (opnieuw) weg en werd ze niet meer heropgebouwd.
  5. Smetsbrug: waar de huidige Meulebekesteenweg over de Mandel gaat.
  6. Smallestokbrug, zeer nauw en wankel brugje. Er kwam pas in 1893, met de aanleg van de Tieltsteenweg, een degelijke brug. De brug was in 1879 volledig weggespoeld. Het terugtrekkende Belgische leger blaast de brug op in mei 1940 op, en de brug wordt in 1941-42 in beton herbouwd.
  7. Kalbergbrug: Deze brug die in een lang verleden ‘Wyborghbrug’ en erna ‘Langebrug’ werd genoemd, werd in 1766 in steen gemaakt maar reeds in 1820 herbouwd in   75 De brug werd in 1931 volledig vernieuwd, maar in 1940 door de Belgische troepen opgeblazen 1940 en 1941, onder toezicht van de Duitsers, herbouwd (bron)
  8. Pypaertsbrug. Hier gaat de Grotstraat over de Mandel. Deze brug zou pas rond 1900 gebouwd zijn en is genoemd naar een landbouwer die er vlak bij woonde.
  9. Nieuwbrug. Deze brug werd eerst ‘steenbrug’ genoemd en reeds in 1780 herbouwd. Hier ging de belangrijke “heerweg van Izegem naar Gent” opnieuw over de Mandel.

Enkele weetjes

  • De Mandel trad in de wintermaanden soms erg buiten de oevers, waardoor sommige bruggen niet bruikbaar waren. Ook zijn er meldingen dat diverse bruggen wegspoelden.
  • Vòòr de Franse Revolutie had de baron van Ingelmunster tolrecht op de bruggen over de Mandel. Dit betekende dat iedereen van buiten Oostrozebeke een tol diende te betalen voor de persoon die over de brug ging en alle materiaal dat over de brug gebracht werd. De baron inde dit geld niet persoonlijk, maar verpachtte dit recht. De pachter moest evenwel instaan voor het onderhoud van de brug.