10. Ernest Brengier

Cyriel Ernest Brengier (Sint-Eloois-Vijve, 1 maart 1873 - Gent, 25 juli 1940) was een Belgisch organist en componist van Vlaamse, romantische muziek. Hij was de zoon van Petrus Joannes en Pharaïlde Dewulf. De musicus woonde in Oostrozebeke van 1890 tot 1918 en componeerde er vele werken, zoals "Cantate Oostrozebeke" die hij schreef voor het 75-jarig jubileum van de Oostrozebeekse Harmonie Sint-Cecilia.

Levensloop

Nadat Brengier zijn eerste pianolessen van zijn zus had gekregen ging hij op zijn vijftiende in Waregem in de leer bij Leo Moeremans, directeur van de muziekschool en leraar aan het Conservatorium in Gent.

In 1889 begon hij zijn studies aan datzelfde Conservatorium te Gent en studeerde er orgel, fuga en contrapunt. Hij behaalde er in 1892-93 zijn eerste prijzen en leerde er Peter Benoit (beroemd musicus van Harelbeke en voorzitter van de Antwerpse muziekschool) kennen. Benoit zag in hem veel talent, gaf hem privé-les en stimuleerde hem om meer muziekstukken te schrijven. Brengier verbleef meer en meer in Antwerpen en Peter Benoit beloofde Brengier een plaats als leraar aan het Antwerpse Conservatorium. Maar het plotse overlijden van Benoit in 1901 doorkruiste deze plannen en Brengier kwam in 1904 teleurgesteld terug naar Oostrozebeke, waar hij in de voormiddag componeerde terwijl hij in de namiddag als tapijtenfabrikant zijn kost verdiende en een welstellend zakenman werd.

Hij werd bevriend met Jozef Lootens, brouwer, eigenaar van “de Visscherie” en liefhebber van kunst en poezië. Lootens gaf Brengier het boek “Gudrun” van Albrecht Rodenbach, Vlaamse voorvechter uit Roeselare. Brengier zette, de door Lootens ingekorte versie, op tekst en muziek voor een orkest (1905-1909). Op deze 4 jaar durende krachttoer volgde een zware zenuwinzinking waar hij nooit meer volledig van herstelde. Na de Eerste Wereldoorlog componeerde hij nog weinig. In 1920 vestigde hij zich opnieuw in Oostrozebeke en in 1927 terug in Gent. Blijvend gekweld door neurasthenie, stapte hij in 1940 uit het leven. Hij liet tal van liederen, cantates, orgel- en klavierstukken na.

Oostrozebeke

In Oostrozebeke verwijzen tot op de dag van vandaag nog veel dingen aan hun beroemde inwoner. Denk aan de Ernest Brengierstraat, de Ernest Brengierzaal in gemeenschapscentrum "O.C. Mandelroos" en de Ernest Brengierprijs die iedere 4 jaar door de culturele raad wordt uitgereikt aan een inwoner of vereniging die zich op cultureel vlak verdienstelijk maakte.

Op 25 juni 1950 werd in Oostrozebeke de gedenkplaat aan zijn vroegere woning ingehuldigd. De gedenkplaat bevindt zich nog steeds op de gevel van het huis op de Markt nummer 20.

Werken

Liederen op tekst van Guido Gezelle

  • O! 't Ruischen van het ranke riet (1893)
  • Eene bloem tot de zonne
  • O Morgenstond
  • Tot de mane
  • Zingen dat willen wij

Andere

  • Allegro en Moderato Assai voor symfonieorkest (1895).
  • Gudrun, opera, op tekst van Albrecht Rodenbach en libretto door Jozef Lootens (1905-1909).
  • Kunstliederen op teksten van C. Ameye, R. De Clerck, H. Melis, A. Rodenbach.
  • Studentenliederen, op teksten van C. Veschaeve.
  • Cantates: AscencioOost-RoosbekeLeielied.
  • Het lied der knapenschap op tekst van A. Rodenbach.
  • Zeven Verschaeveliederen.
  • Grietje, zangspel op tekst van Ferdinand Rodenbach.
  • Twee koningskinderen, zangspel.
  • Agnès Bernauer, zangspel.
  • Liefdezucht, zangspel.
  • Werken voor piano, orgel, gemengd koo, a-capellakoor.

Gudrun werd in 1921 gepubliceerd. In 1929 worden 2 van de 5 bedrijven in concertvorm te Antwerpen opgevoerd. De kritieken zijn heel lovend en het werk wordt in 1934 te Gent voor het eerst integraal door een orkest van 60 man uitgevoerd. Een jaar later gebeurt dit in de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen. De muzikale kwaliteit werd geroemd, maar de enscenering werd als haast niet te realiseren ervaren en de Rodenbach-romantiek als voorbijgestreefd.

Rond 1950 (tien jaar na zijn overlijden) poogde een Brengier-fonds zijn werk weer te laten herleven, wat resulteerde in enkele plaatselijke herdenkingsconcerten (Oostrozebeke) en een paar radio-uitzendingen, onder andere met liederen en een sterk ingekorte versie van Gudrun.