Energetische keuring van airconditioningsystemen

Steeds meer gebouwen hebben airconditioningsystemen die veel energie verbruiken. Om dit te beperken moeten airco's voor comfortkoeling, met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW op gebouwniveau, iedere 5 jaar energetisch gekeurd worden door een erkende airco-energiedeskundige.

Voorwaarden

De energetische keuring is verplicht voor airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW op gebouwniveau die de exploitant gebruikt voor comfortkoeling.

  • Airconditioningsysteem
    Een airconditioningsysteem is als volgt gedefinieerd in de regelgeving: ‘een combinatie van de bestanddelen die nodig zijn voor een vorm van inpandige luchtbehandeling waardoor de temperatuur wordt geregeld of kan worden verlaagd. Een reversibele warmtepomp wordt beschouwd als een airconditioningsysteem.’

  • Nominaal koelvermogen > 12 kW
    Wanneer het airconditioningsysteem op gebouwniveau bestaat uit een aantal individuele installaties, tellen we de vermogens van de verschillende individuele installaties op om het nominaal koelvermogen te bepalen.
    Delen verschillende exploitanten binnen een gebouw een gecentraliseerd systeem, dan zal de airco-energiedeskundige het volledige systeem in rekening brengen om het nominaal koelvermogen te bepalen. Vallen er binnen een gebouw meerdere decentrale systemen onder verschillende exploitanten, dan wordt alleen het nominaal koelvermogen, bepaald door alle installaties van eenzelfde exploitant, in beschouwing genomen.

  • Comfortkoeling
    De verplichte keuring is enkel van toepassing voor comfortkoeling (voor gebouwen waar mensen wonen of werken), niet voor proceskoeling.
    • Als een airconditioningsysteem voor zowel comfort- als proceskoeling gebruikt wordt, valt het systeem wel onder de keuringsverplichting.
    • Als de koeling alleen dient voor bedrijfsprocessen of voor het bewaren van producten of materialen, en niet voor het comfort van de mensen die er werken, dan valt deze koeling niet onder de keuringsverplichting.
  • Verplichting voor de exploitant
    De verplichting om het airconditioningsysteem te laten keuren is via VLAREM II opgelegd aan de exploitant.

Procedure

Wanneer moet de energetische keuring plaatsvinden?

Airco’s met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW moeten om de 5 jaar gekeurd worden door een erkende airco-energiedeskundige.

  • Voor 7 maart 2021 was de keuringsfrequentie afhankelijk van het nominaal koelvermogen.
  • Ook voor de airconditioningsystemen die onder de oude keuringsfrequentie om de 3 of 2 jaar gekeurd moesten worden, geldt de keuringsfrequentie van 5 jaar.

Nieuwe airco’s met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW moeten, binnen 12 maanden na de eerste inbedrijfstelling, een eerste keer gekeurd worden. Dit geldt ook bij een vervanging of het bijplaatsen van een airco binnen het systeem.

Door wie moet de airco gekeurd worden?

De energetische keuring mag alleen gebeuren door een erkende airco-energiedeskundige. Download de overzichtslijst met erkende airco-energiedeskundigen.

Als de airco bovendien werkt met gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen, dan moet de installatie, de controle op lekken, het onderhoud en het terugwinnen van het koelmiddel gebeuren door een erkend koeltechnicus.

Wat als ik de airco-energiekeuring niet laat uitvoeren?

Los van de vele voordelen, zoals de kans om het rendement van het airconditioningsysteem te verhogen of het energieverbruik te verminderen, zijn er mogelijk bijkomende gevolgen indien u de airco-energiekeuring niet laat uitvoeren.

Het niet laten uitvoeren van de verplichte airco-energiekeuring geldt als een milieumisdrijf:

  • bij vaststelling zal de toezichthouder een proces-verbaal opstellen en bezorgen aan het parket.
  • Als het parket beslist om niet strafrechtelijk te vervolgen, zal het dossier overgemaakt worden aan de afdeling Handhaving van het Departement Omgeving.
  • Deze kan een alternatieve bestuurlijke geldboete (max. 250.000 euro).

Het niet ter beschikking houden van het keuringsverslag, voor ten minste vijf jaar, aan de toezichthouder is een milieu-inbreuk. De afdeling Handhaving van het Departement Omgeving kan een milieu-inbreuk sanctioneren met een bestuurlijke geldboete tot 50.000 euro.

Uitzonderingen

De airco-energiekeuring is niet verplicht voor airconditioningsystemen die:

  • onder een overeengekomen energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld;
  • die worden beheerd door een nutsbedrijf- of netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringsmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen.

In deze gevallen moet de aanpak, bijv. vastgelegd in een energieprestatiecontract, hetzelfde globale resultaat opleveren als de airco-energiekeuring. Het airconditioningsysteem moet hierbij ook onderworpen worden aan een regelmatige beoordeling.

Niet-residentiële gebouwen met een of meerdere airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioningsystemen- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW moeten uiterlijk op 31 december 2025 uitgerust zijn met gebouwautomatisering- en controlesystemen. Deze verplichting volgt uit artikel 11.1/1.2 van het Energiedecreet.

Het gebouwautomatisering- en controlesysteem moet voldoen aan volgende eisen:

  • Het energieverbruik permanent controleren, bijhouden, analyseren en de bijsturing ervan mogelijk maken.
  • De energie-efficiëntie van het gebouw toetsen, rendementsverliezen van technische bouwsystemen opsporen, en de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van de voorzieningen of de technische installaties, informeren over de mogelijkheden om de energie-efficiëntie te verbeteren.
  • Communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk maken, en interoperabel zijn met technische bouwsystemen van verschillende soorten eigendomstechnologieën, toestellen en fabrikanten.

Als het gebouw beschikt over dergelijk systeem, wordt het ook vrijgesteld van de airco-energiekeuring. De vrijstelling geldt ook voor niet-residentiële gebouwen met airconditioningsystemen met een nominaal vermogen van minder dan 290 kW waarin dergelijke systemen voor gebouwautomatisering-en controle zijn geïnstalleerd.